Waterinfo Rijkswaterstaat

Getij

Wanneer het hoog- en laagwater is, verschilt per plaats. Daarom bieden we getijvoorspellingen voor diverse locaties in Nederland.

In onderstaande kaart kunt u voor een locatie de 10-minuten astronomische waterhoogte gegevens bekijken. U kunt een locatie opzoeken op de interactieve kaart of op naam in het zoekvenster. Hierna kunt u met de knop ‘Meer details’ de tabel en grafiek bekijken. Met de optie ‘Expert’ in het tabel- en grafiekvenster kunt u specifieke instellingen selecteren m.b.t. referentievlak en tijdzone. U kunt in onderstaande kaart nog niet een rapportage opvragen met de hoog- en laagwaters. Deze gegevens zijn beschikbaar op de getijwebsite.

Open ingesloten pagina

Wilt u een pdf of xml-bestand opvragen met de hoog- en laagwaters op een locatie? Bezoek dan de getijwebsite.

Getijvoorspellingen buitenland

Hoe ontstaan eb en vloed?

Eb en vloed ontstaan door de aantrekkingskracht van de maan op het water op aarde. De maan trekt als het ware aan het water, waardoor het water in de zeeën een bepaalde kant op beweegt. Omdat de aarde draait, om haar eigen as en om de zon, is de plek waar de maan aan het sterkst aan het water trekt steeds verschillend. Het water gaat dus steeds een andere kant op, waardoor hoog- en laagwater elkaar afwisselen. Dit noemen we eb en vloed of ook wel astronomisch getij.

Ook de aantrekkingskracht van de zon op de aarde speelt een rol bij de getijden. Doordat de zon een stuk verder weg staat, is deze echter een stuk kleiner.

Ritme van eb en vloed

Een getijcyclus duurt 12 uur en 25 minuten

Aangezien de bewegingen van de aarde en de maan heel constant zijn, is het ritme van eb en vloed dat ook. Het is in Nederland 2 keer hoogwater en 2 keer laagwater per 24 uur en 50 minuten. Met dit ritme hebben we normaal gesproken te maken. Dat wil zeggen: als er geen bijzondere weersomstandigheden en/of andere factoren in het spel zijn. Het astronomisch getij kunnen we met een redelijke nauwkeurigheid jaren vooruit voorspellen.

Het getij verschuift in bijna 12 uur van het zuidwesten naar het noordoosten van Nederland.

Verschillen per locatie

De tijden waarop het hoog- en laagwater is aan de Nederlandse kust, lopen sterk uiteen. Het getij verschuift in bijna 12 uur van het zuidwesten naar het noordoosten van Nederland. Ook kan er op de ene locatie een veel groter hoogteverschil zitten tussen de hoog- en laagwaterstand. In Zeeland is dit verschil het grootst. Vanaf daar neemt het in noordelijke richting geleidelijk af, tot in de buurt van Den Helder. Hier zit dus het minste verschil tussen de waterstanden bij hoog- en laagwater. Vanaf Den Helder neemt het verschil in oostelijke richting weer toe.

Bijzondere getijvormen

Het weer en andere factoren kunnen voor variaties op het astronomisch getij zorgen. Denk bijvoorbeeld aan de diepte van het water en de vorm van de kust. Ook veranderingen in de positie van de zon en de maan ten opzichte van elkaar zijn van invloed op het getij. Dergelijke factoren zorgen voor het optreden van:

  • spring- en doodtij
  • wantij
  • dubbel eb en vloed

Spring- en doodtij

Als de zon en de maan in elkaars verlengde staan, neemt de aantrekkingskracht die ze op de aarde uitoefenen toe. Dit gebeurt tijdens volle en nieuwe maan. Ongeveer 2 dagen later treedt dan springtij op: het hoogwater is hierbij extra hoog en het laagwater extra laag. Het omgekeerde kan ook voorkomen. In dat geval staan de zon en de maan haaks op elkaar en wordt er van 2 verschillende kanten aan het water ‘getrokken’. Dit treedt op tijdens het eerste en laatste kwartier van de maan (halve maan). Het effect is een paar dagen later merkbaar. Tijdens hoogwater komt het water dan niet zo hoog als normaal en wanneer het laagwater is, zakt het minder. Dit noemen we doodtij.

Wantij

Typisch voor de Waddenzee is het verschijnsel wantij. Het getij op de Waddenzee komt eerst aan de westkant van de Waddeneilanden opzetten, enkele tientallen minuten later zet het water op aan de oostkant. Achter de eilanden is een gebied waar de 2 getijgolven elkaar ontmoeten. Op deze plek staat het water dan bijna stil.

Dubbel eb en vloed

Waterdiepte, de vorm van de kust en de uitmonding van rivieren kunnen invloed hebben op het gedrag van het getij. De astronomische getijcyclus van 12 uur en 25 minuten blijft hetzelfde, maar op sommige plekken kan het door deze invloeden 2 keer zo lang eb of vloed zijn. Zo is er in Hoek van Holland sprake van een dubbel laagwater bij springtij en komen in Den Helder dubbele hoogwaters voor.