Barometertabel

Millibar Kwikkolom
Hectopascal Millimeter Inch
980 735 28.94
985 739 29.09
990 742.5 29.24
995 746 29.38
1000 750 29.53
1005 754 29.67
1010 757 29.83
1015 761.5 29.97
1020 765 30.12
1025 769 30.27
1030 772.5 30.42
1035 776 30.56
1040 780 30.71

 

Nader verklaard Luchtdruk.
Lucht heeft gewicht. Het is niet veel want 1 liter lucht weegt 0,003 gram.
Maar het wordt toch aardig wat als je de hele dikte van de dampkring meetelt.
Een luchtkolom in de atmosfeer vertegenwoordigt een bepaald gewicht en veroorzaakt daardoor
een druk op het aardoppervlak. Dit is voor het eerst gemeten met kwik,
een kolom kwik van 76 cm hoog en een oppervlakvan 1 vierkante cm weegt precies 1 kg.
Tegenwoordig spreken we over millibar of hectoPascal (hPa),
waarbij 75 cm kwik voor 1000 hPa staat. De luchtdruk varieert van plaats tot plaats en ligt aan
het aardoppervlak meestal tussen 940 tot 1060 hPa.
In de kern van tropische stormen, zoals hurricanes kan de luchtdruk dalen tot onder 900 hPa.
Verschil in luchtdruk ontstaat door verschil in verwarming.
Hoe warmer de lucht, hoe lichter het gewicht, dus hoe lager de druk.

Nader Verklaard Barometer en weer.
De meeste barometers, instrumenten waarmee de luchtdruk wordt gemeten, hebben
aanduidingen als: “mooi, bestendig, veranderlijk, regen en storm”.
Het weer kan echter heel anders zijn dan de barometer aanwijst.
Die vermeldingen dateren uit vorige eeuwen, toen er nog weinig bekend was over het verband
tussen het weer en de luchtdruk. Een hoge druk van 1030 of 1040 hectoPascal (hPa) betekent niet
altijd zonnig weer. Het kan dan ook mistig zijn of regenen. Meestal blijft de neerslag bij een hoge
luchtdruk beperkt tot hooguit enkele millimeters, maar er zijn situaties voorgekomen dat er bij
een luchtdruk van 1030 hPa uit een lokale bui 10 tot 15 millimeter viel.

Omgekeerd kan het in een lagedrukgebied zonnig, droog en rustig weer zijn.
Het hangt vooral vanaf waar het centrum van het drukgebied ten opzichte van het land ligt.
Afhankelijk daarvan kunnen we in vochtige lucht met bewolking of mist terechtkomen of juist
te maken krijgen met droge lucht en zonnig weer. De kracht van de wind in een bepaald gebied
wordt bepaald door de verschillen in luchtdruk. Als die verschillen over een grote afstand klein
zijn zal het weinig waaien en dan maakt het niet uit of de luchtdruk in dat gebied hoog of laag is.

Toch is de kans op neerslag bij een lage luchtdruk in het algemeen groter is dan bij hoge druk.
Uit vergelijkingen van dagelijkse aflezingen van de barometer en het weer blijkt de kans
op neerslag bij een lage luchtdruk van 990 hPa 80% te zijn.
Dat betekent dat er in acht van de tien gevallen regen of sneeuw valt.
Bij een stand van 1000 hPa is de neerslagkans 70%, bij 1010 hPa 40%,
bij 1020 hPa 20% en bij een hoge druk van 1030 hPa slechts 10%.

Snelle veranderingen van druk gaan meestal vergezeld van veel wind of zijn de voorbode van een storm.
Als de stand van de barometer snel oploopt of daalt betekent dat meestal dat het weer gaat veranderen.
Uit onderzoek naar het verband tussen de barometerstand en het weer blijkt dat in 80% van de gevallen
een stijgende luchtdruk tot een weersverbetering leidt en een dalende luchtdruk tot slechter weer.
In de weerrapporten (internet, rubriek weer) is de luchtdruk herleid naar zeeniveau de belangrijkste
weerstations in ons land en deze tabellen worden om de twee uur vernieuwd.
U kunt uw barometer dan instellen op de luchtdruk van het weerstation dat het dichtst in de buurt ligt.
Kwikbarometers, zoals de contrabarometer van Huygens, kunt u niet zelf afregelen.
De stand die dit type barometers aangeeft is vooral afhankelijk van de hoogte van uw woonplaats
en zal iets afwijken van de luchtdruk die het KNMI in de weerrapporten vermeldt.

De luchtdrukafname met de hoogte is gemiddeld 1 hPa per 8 meter.
Op 40 meter hoogte wijst de Huygens-barometer dus 5 hPa lager dan op zeeniveau.
Met het geo-loket van de Meetkundige Dienst van Rijkswaterstaat kunt u
voor uw woonplaats bepalen hoe hoog u woont. 

Enkele wetenswaardigheden voor barometerbezitters:

•mm Hg betekent millimeter kwikdruk

•cm Hg is dus centimeter kwikdruk

•mbar is millibar, de oude eenheid van luchtdruk

•hPa is hectopascal, de eenheid die tegenwoordig internationaal wordt gebruikt,

•mbar vertegenwoordigt dezelfde waarde als hPa.

•Uw barometer heeft een schaalverdeling in millimeter kwikdruk (mm Hg), meestal rond de 760. Omrekenen 760mm HG naar mbar, of beter gezegd naar hPa (is evenveel) gaat als volgt: 760 x 4/3 = 1013 hPa